Partnerpensioen in de Wet toekomst pensioenen has been saved
Article
Partnerpensioen in de Wet toekomst pensioenen
Wat betekent het voor u als werkgever?
Het partnerpensioen zal in de Wet toekomst pensioenen anders vorm krijgen. Zo is de hoogte van het partnerpensioen in het nieuwe stelsel niet meer afhankelijk van diensttijd of de hoogte van de franchise. In dit artikel geven wij in een voorbeeld de kwalitatieve en kwantitatieve impact van deze veranderingen weer.
Partnerpensioen in de Wet toekomst pensioenen
Het partnerpensioen zal onder de Wet toekomst pensioenen flink veranderen. Het ‘huidige’ partnerpensioen past niet meer in de hedendaagse tijdgeest. Het aantal mensen dat gaat scheiden en een nieuwe partner krijgt is groter dan vroeger. Ook is het aantal verschillende werkgevers tijdens het werkende leven gemiddeld een stuk groter dan vroeger.
Daarnaast is het ‘huidige’ partnerpensioen complex geworden. Er zijn veel variaties te vinden. Zo kan een partnerpensioen worden opgebouwd of op risicobasis worden verzekerd, de opbouwpercentages kunnen variëren en gebaseerd zijn op het eind- of middelloon. Daarnaast kan de franchise per regeling verschillen.
Dit zorgt ervoor dat veel mensen geen duidelijk beeld hebben van de financiële situatie voor hun partner in het geval van overlijden voor de pensioendatum. In dit artikel worden de verschillen tussen het ‘huidige’ partnerpensioen en het ‘nieuwe’ partnerpensioen in de Wet toekomst pensioenen behandeld. Dezelfde wijzigingen gaan gelden voor het wezenpensioen. De analyse van het wezenpensioen wordt echter in dit artikel buiten beschouwing gelaten.
Vergelijking ‘huidige’ en ‘nieuwe’ partnerpensioen
Het ‘huidige’ en het ‘nieuwe’ partnerpensioen hebben een paar belangrijke verschillen. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht.
Wat voor type partnerpensioen?
Het ‘huidige’ partnerpensioen kan worden aangeboden op opbouw- of risicobasis. Bij partnerpensioen op opbouwbasis wordt er, net als voor het ouderdomspensioen, elk jaar een aanspraak opgebouwd. De werknemer houdt het recht op deze aanspraak, ook als die uit dienst gaat. Bij partnerpensioen op risicobasis ben je verzekerd voor het partnerpensioen zo lang je in dienst bent. In geval van overlijden na afloop van het dienstverband heeft de partner van de werknemer geen recht op partnerpensioen. Het ‘nieuwe’ partnerpensioen kan alleen nog maar op risicobasis worden aangeboden.
Op basis van wat wordt de hoogte van het partnerpensioen bepaald?
Het ‘huidige’ partnerpensioen wordt bepaald als percentage van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris verminderd met de franchise. De franchise is het deel van het salaris waar geen pensioen over wordt opgebouwd, omdat werknemers recht hebben op een AOW uitkering. Het ‘nieuwe’ partnerpensioen daarentegen is een stuk simpeler. De hoogte van het partnerpensioen is simpelweg gelijk aan een percentage van het pensioengevend salaris. Dit percentage is maximaal 50%. Zowel bij het ‘huidige’ als het ‘nieuwe’ partnerpensioen is er een fiscaal maximum pensioengevend salaris.
Wat is de invloed van diensttijd op het partnerpensioen?
De laatste belangrijke wijziging in het ‘nieuwe’ partnerpensioen is onafhankelijkheid van het aantal dienstjaren. De hoogte van het ‘huidige’ partnerpensioen wordt bepaald op basis van de totale te behalen diensttijd bij de huidige werkgever. Hier wordt zowel rekening gehouden met verleden diensttijd als toekomstige diensttijd tot de pensioendatum. Hoe hoger de totale diensttijd, hoe groter de aanspraak op het partnerpensioen. In het ‘nieuwe’ partnerpensioen wordt deze koppeling met de diensttijd losgelaten. Het partnerpensioen is gelijk aan een percentage van het pensioengevend salaris onafhankelijk van diensttijd.
Een rekenvoorbeeld
Om de effecten van de bovenstaande wijzigingen te illustreren is het volgende werknemersbestand gebruikt, bestaande uit drie werknemers:
Onderstaand figuur toont het verzekerd partnerpensioen in vier situaties: Ten eerste, de ‘huidige’ situatie. Ten tweede, de ‘maximale’ situatie op basis van 50% van het pensioengevend salaris. Ten derde, de ‘budgetneutrale’ situatie, waarbij de totale kosten voor de werkgevers van het verzekerd partnerpensioen gelijk zijn aan de ‘huidige’ situatie. Ten slotte de ‘minimum gelijkwaardig’ situatie, waarbij de hoogte van het verzekerd partnerpensioen ten minste net zo hoog is als in de oude situatie.

Het budgetneutrale scenario resulteert in een lager verzekerd partnerpensioen voor zowel Tom als Sophie. Voor Tom daalt het verzekerde partnerpensioen zelfs met meer dan 60%. Alleen Arjun gaat er in deze situatie op vooruit. In de situatie van een minimum gelijkwaardig partnerpensioen is bij Tom de hoogte van het verzekerd partnerpensioen hetzelfde als in de ‘huidige’ situatie. Sophie en Arjun gaan erop vooruit bij dit percentage aan verzekerd partnerpensioen.
De kosten van het partnerpensioen
Onderstaande tabel toont de absolute kosten van het partnerpensioen en de relatieve kosten van het partnerpensioen als percentage van de totale salarissom. Deze kosten zijn berekend op basis van het eerder beschreven werknemersbestand.
In de situatie van minimum gelijkwaardig partnerpensioen gaan Arjun en Sophie erop vooruit. Deze verhoogde dekking heeft ook hogere kosten tot gevolg. De totale risicopremie voor het partnerpensioen is hier ca. 3(!) keer zo hoog als in de ‘huidige’ situatie en is meer dan 2% van de totale salarissom. In het maximale scenario zijn de totale kosten van het partnerpensioen zelfs gelijk aan 4% van de salarissom.
Conclusie
Het ‘nieuwe’ partnerpensioen schotelt werkgevers een belangrijk vraagstuk voor: biedt de werkgever een deel van zijn werknemers minder partnerpensioen aan voor dezelfde kosten of wordt een minimaal gelijkwaardig partnerpensioen verzekerd waarbij de kosten substantieel kunnen stijgen. De precieze uitwerking van dit vraagstuk zal per werknemersbestand moeten worden geanalyseerd.