Sterke stijging van aantal moties rondom duurzaamheid in Tweede Kamer

Article

Sterke stijging van aantal moties rondom duurzaamheid in Tweede Kamer

Onderzoek naar duurzaamheid in de Tweede Kamer op basis van 44 duizend moties sinds 2009

In de afgelopen 14 jaar steeg in de Tweede Kamer het aandeel van moties over duurzaamheid met meer dan 60%. In 2022 had zelfs 12,9% – ruim één op de acht – van alle moties duurzaamheid als onderwerp. Vorig jaar ging 3,8% van alle moties over stikstof. Dat blijkt uit een door Deloitte uitgevoerde data-analyse van alle moties die sinds 2009 werden ingediend. De moties over energiebronnen zijn ook geanalyseerd. Daarbinnen is met name biomassa een heikel thema.

Al jaren zetten overheden zich in om de opwarming van de aarde terug te dringen. Zo committeerde de Nederlandse overheid zich in 2015 aan het akkoord van Parijs en maakte ze ook in het meest recente coalitieakkoord (2022) een aantal belangrijke afspraken hierover. Ook in de Tweede Kamer staat duurzaamheid hoog op de agenda.

Voor dit rapport onderzocht Deloitte aan de hand van het aantal ondertekende moties hoe de aandacht voor milieuduurzaamheid in de Tweede Kamer zich in de afgelopen veertien jaar heeft ontwikkeld. Een motie is een van de instrumenten die Kamerleden kan inzetten. Het aantal ondertekenaars vormt vaak ook een indicator van het sentiment in de Kamer. Het onderzoek is onderdeel van Deloitte’s State of the State-programma, een actuele data-analyse van Nederland die bedoeld is om beleidsmakers en organisaties van inzichten te voorzien over verschillende maatschappelijke thema’s.

Voor dit onderzoek is gekeken naar het aantal ingediende moties voor of over milieuduurzaamheid in de periode 2009-2022, met extra focus op de thema’s energie en stikstof. De data over de duizenden moties en welke partijen die ondertekenden werd verkregen via het Open Data Portaal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voor de analyse werden verschillende bewezen modellen voor het verwerken van natuurlijke taal gebruikt,  computermodellen die gebruikmaken van kunstmatige intelligentie.

Duurzaamheid in moties in de Tweede kamer

Duurzaamheidsmoties in de Tweede Kamer

In totaal zijn er bijna 44.000 moties geanalyseerd. Daaruit blijkt dat duurzaamheid in moties in de afgelopen jaren steeds vaker centraal stond. In 2022 ging één op de acht moties over duurzaamheid, waar dat in 2009 nog één op de twaalf was. Stikstof en energie speelden binnen deze moties een belangrijke rol: van de bijna 4.000 duurzaamheidsgerelateerde moties in de onderzochte periode gingen er 695 over energie en 490 over stikstof. 

“Het is bemoedigend te zien dat de aandacht van de Tweede Kamer voor duurzaamheid sterk is gestegen”, zegt Wim Bartels, die bij Deloitte werkzaam is als partner sustainability. “Hoewel stikstof uiteraard een belangrijk onderdeel vormt van de moties, krijgt ook energie de nodige aandacht. Ook dat is bemoedigend: voor de energietransitie moeten we op alle facetten sturen, niet alleen op sommige hernieuwbare bronnen, maar ook op de uitfasering van fossiele bronnen. De natuurlijke systemen hangen met elkaar samen en daarom is een integrale aanpak nodig – niet alleen voor stikstof, maar ook voor energie, klimaat en circulariteit.”

Van de 3.927 moties over duurzaamheid ondertekende GroenLinks er het meest: 1.130, bijna 30%. Daarna volgt de Partij voor de Dieren met 971, bijna 25%. Van het totale aantal ondertekende moties per politieke partij springt de Partij voor de Dieren eruit: 21,2% van alle moties die haar Kamerleden in de onderzochte periode ondertekenden gaat over duurzaamheid. Hierna volgen de BBB met 12,3% en GroenLinks met 11,4%. DENK staat in dit overzicht onderaan: van alle moties die deze partij ondertekende ging 3,6% over duurzaamheid. 

Iets meer dan 30% van alle duurzaamheidsmoties heeft precies twee ondertekenaars, zo blijkt uit de data. Bij deze moties zijn GroenLinks en de PvdA het vaakst duo-ondertekenaar. Verder ondertekenen vanuit de coalitiepartners VVD, D66, CDA en ChristenUnie ook relatief vaak als duo de duurzaamheidsmoties. 

Moties over energiebronnen

Van de 695 moties over energie gaan er 342 over energiebronnen. Binnen energiebronnen is hernieuwbare energie de grootste categorie met 73%. Slechts 27% van de energiemoties valt in de categorie niet-hernieuwbare energie.

Biomassa blijft ook in de Tweede Kamer de gemoederen bezighouden. Over deze hernieuwbare energiebron zijn er relatief veel ‘beperkende’ moties (moties tegen onderwerp) ondertekend en tegelijkertijd worden de moties over biomassa vaak afgewezen. Dat kan duiden op bezorgdheid over de duurzaamheid van deze energiebron. De in Nederland nog niet zo ver ontwikkelde vormen van hernieuwbare energie krijgen in de Tweede Kamer het voordeel van de twijfel. De verschillende politieke partijen hebben geen moties ondertekend die het gebruik van waterstof, waterkracht en geothermie beperken.

Moties over stikstof

Sinds de stikstofcrisis in 2019 begon, is stikstof ook in de Tweede Kamer een veelbesproken onderwerp. In 2022 was het aantal moties over stikstof hoger dan ooit: 3,8% van alle ingediende moties ging over stikstof. In 2009 was dit nog 0,3%. Het blijkt dat de BBB vorig jaar relatief gezien de meeste stikstofmoties heeft ondertekend: 9% van alle moties die de fractie ondertekende ging over stikstof. JA21 volgt met 7,4% en de Partij van de Dieren staat op de derde plek met 5,9%.

Uit het onderzoek blijkt verder dat oppositiepartijen zoals GroenLinks en de Partij voor de Dieren meer moties hebben ondertekend over stikstof dan VVD en D66, die momenteel deel uitmaken van de coalitie. Partijen zoals BBB, Groep van Haga, JA21 en SGP, die slechts een of enkele zetels hebben, hebben ook relatief veel stikstofmoties ingediend.

Binnen het stikstofdebat krijgen de thema’s landbouw en veehouderij het meeste aandacht, zoals ook terug te zien is in de moties: 37% van de stikstofmoties gaat daarover. 15% gaat over transport, 13% over de bouw en 6% over de industrie.  

Bartels: “Er gaat de laatste tijd veel aandacht naar de boeren in relatie tot het stikstofprobleem. De Tweede Kamer-fracties blijken zich echter ook te roeren rondom de transportsector, de bouw en de industrie. Dat toont dat zij het speelveld breder zien dan alleen de landbouw.”​ 

Did you find this useful?