Skip to main content

Hervorming wettelijk pensioen: impact op 80 %-grens

De hervorming van het wettelijk pensioen voor zelfstandigen heeft een impact op het aanvullend  pensioenkapitaal (ook wel extralegaal pensioenkapitaal genoemd) dat via een vennootschap opgebouwd kan worden. Teneinde de fiscale aftrek in hoofde van de vennootschap blijvend te garanderen, dringt zich op korte termijn een herberekening van de 80 %-grens op.

Extralegaal pensioenkapitaal

Als bedrijfsleider van een vennootschap kan u via de 'tweede pensioenpijler' uw vennootschap op een fiscaal interessante manier laten bijdragen in een aanvulling van uw wettelijk pensioen. Dit kan door de storting van een premie groepsverzekering of een premie individuele pensioentoezegging (IPT).

80 %-grens

Op voorwaarde dat de ’80 %-regel’ wordt nageleefd, zijn deze premies aftrekbaar als beroepskost in de vennootschap. De 80 %-grens bepaalt dat het wettelijk en het aanvullend pensioen van de bedrijfsleider niet hoger mag zijn dan 80 % van de laatste 'normale’ bruto jaarbezoldiging. Indien deze grens wordt overschreden is het excedent niet-aftrekbaar als beroepskost. Bij de bepaling van het maximaal op te bouwen aanvullend pensioenkapitaal, zijn de volgende parameters van belang: de bezoldiging, het reeds opgebouwd extralegaal pensioenkapitaal (al dan niet via de huidige vennootschap), de beroepsloopbaan van de bedrijfsleider en het wettelijk rustpensioen. Aangezien het exacte bedrag van het wettelijk pensioen slechts gekend is bij pensionering en de 80 %-grens jaarlijks gecontroleerd moet worden, accepteert de belastingadministratie echter een vuistregel.

Raming wettelijk pensioen

Voor bedrijfsleiders werd tot eind 2020 het wettelijk pensioenbedrag geraamd op 25 % van de bruto jaarbezoldiging (= 25 %-vuistregel). Dit in tegenstelling tot werknemers waarvoor het wettelijk pensioenbedrag op 50 % van de bruto jaarbezoldiging wordt bepaald (= 50 %-vuistregel).

Hervorming wettelijk pensioen zelfstandigen

In het kader van de hervorming van het wettelijk pensioen, is midden 2021 beslist om het wettelijk pensioen voor zelfstandigen gradueel op te trekken tot op het hoger niveau van werknemers.

Als gevolg hiervan stijgt ook het in de 80 %-grens te verrekenen wettelijk pensioen. De belastingadministratie heeft de implicaties hiervan verduidelijkt.

Concreet moet vanaf 1 januari 2021 het wettelijk pensioen in de berekening van de 80 %-grens proportioneel bepaald worden:

  • Voor de jaren vóór 1 januari 2021 waarin de bedrijfsleider zelfstandig was: toepassing van de 25 %-vuistregel (bevroren op de bruto jaarbezoldiging van kalenderjaar 2020 met een jaarlijks te respecteren minimum en maximum).
  • Andere jaren (zijnde jaren waarin de activiteit werd uitgeoefend als werknemer en de jaren vanaf 2021 als zelfstandige): toepassing van de 50 %-vuistregel.

De nieuwe berekeningswijze gaat retroactief in vanaf aanslagjaar 2022.

Voorbeeld

Om de concrete gevolgen aan te tonen, hebben wij de impact berekend voor iemand die zijn loopbaan als zelfstandige aanvat op 22-jarige leeftijd, een eigen vennootschap opricht na 10 loopbaanjaren en op 67-jarige leeftijd op wettelijk pensioen gaat. Deze bedrijfsleider heeft een bruto jaarbezoldiging van 60.000 EUR. In casu zal de gewijzigde berekening van de 80 %-grens ertoe leiden dat hij 95.178,87 EUR minder extralegaal pensioenkapitaal kan opbouwen via de vennootschap.

Actie

Rekening houdend met het voorafgaande, dringt een herberekening van het maximaal aanvullend pensioenkapitaal zich op indien u de volledig fiscale aftrek van de premie in uw vennootschap wenst te behouden.

Voor de jongere bedrijfsleiders die nog een groot deel van hun loopbaan moeten doorlopen, zal de impact op het op te bouwen aanvullend pensioenkapitaal groter zijn. Tijdens hun toekomstige activiteitsjaren zullen zij immers een hoger wettelijk pensioen opbouwen wat een beperking vormt op het toekomstig op te bouwen aanvullend pensioenkapitaal via de vennootschap.

Voor de bedrijfsleiders die reeds een groter aantal loopbaanjaren op de teller hebben, zal de impact hoogstwaarschijnlijk beperkt blijven. Tijdens hun resterende activiteitsjaren zullen zij slechts gedurende een korte periode kunnen genieten van het hoger wettelijk pensioen.

Aanbevolen voor jou