Afscheidsbonussen kwalificeren niet als verkoopkosten van deelnemingen | Deloitte Nederland

Article

Afscheidsbonussen kwalificeren niet als verkoopkosten van deelnemingen

De Hoge Raad oordeelt dat de betaalde afscheidsbonussen niet in rechtstreeks oorzakelijk verband staan met de verkoop van de deelnemingen, omdat zij niet nuttig of nodig waren om tot die verkoop te komen.

8 januari 2024

Verkoop deelnemingen

X bv hield alle aandelen in drie dochtermaatschappijen. In 2015 zijn deze belangen aan een derde verkocht. Naar aanleiding van die verkoop zijn ten laste van X bv afscheidsbonussen betaald aan het personeel van de drie dochtermaatschappijen, in totaal een bedrag van ongeveer 1,5 miljoen euro. In geschil is of X bv de betaalde bedragen ten laste van haar winst mag brengen.

In tegenstelling tot X bv, meent de inspecteur dat dit niet het geval is omdat sprake zou zijn van verkoopkosten van deelnemingen. Rechtbank Gelderland is dat met de inspecteur eens. De afscheidsbonussen zouden zonder de verkoop namelijk niet zijn betaald. Daarmee vallen deze uitgaven volgens de rechtbank onder de ruime definitie van verkoopkosten van deelnemingen, die de Hoge Raad in een eerder arrest heeft geformuleerd.

Geen rechtstreeks oorzakelijk verband

Volgens de Hoge Raad getuigt dit oordeel echter van een onjuiste rechtsopvatting. Er moet namelijk een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaan tussen de gemaakte kosten en de aankoop of verkoop van een deelneming. De Hoge Raad verduidelijkt dat dit slechts het geval is indien een kostenpost objectief bezien nuttig of nodig is geweest om tot de aankoop of verkoop van een deelneming te komen. De aftrekuitsluiting is dus niet van toepassing op kosten die weliswaar niet zouden zijn gemaakt zonder die aankoop of verkoop, maar die verder in geen enkel opzicht hebben kunnen bijdragen aan die verwerving of vervreemding.

Hiervan uitgaande oordeelt de Hoge Raad dat X bv de ten laste van haar betaalde afscheidsbonussen in aftrek mag brengen. Het vereiste rechtstreekse oorzakelijke verband met de verkoop ontbreekt. De afscheidsbonussen hebben niet bijgedragen aan de verkoop van de deelnemingen, maar zijn juist het gevolg van die verkoop. Daardoor kreeg X bv de beschikking over de financiële middelen om de bonussen te kunnen betalen. Maar dat is niet voldoende voor toepassing van de aftrekuitsluiting. Het cassatieberoep van X bv is gegrond.

Bron: HR 22 december 2023, 22/02219, ECLI:NL:HR:2023:1793

Did you find this useful?