Eindejaarstips en eindejaarscorrecties | Deloitte Nederland

Article

Eindejaarstips en eindejaarscorrecties

De laatste btw-aangifte van het jaar is altijd een bijzondere aangifte omdat die gebruikt wordt om een aantal correcties te maken.

20 december 2023

In deze alert wordt daarom een overzicht gegeven van de belangrijkste correcties en aandachtspunten voor deze aangifte. In deze alert worden tevens de belangrijkste wijzigingen voor de btw en overdrachtsbelasting per 1 januari 2024 besproken.

Correcties & aandachtspunten

Suppleties over het jaar 2018

Suppletieaangiften omzetbelasting over het jaar 2018 worden (ambtshalve) in behandeling genomen indien uiterlijk 31 december 2023 ontvangen door de Belastingdienst. Dit is dus het laatste moment om eventuele correcties op eerdere aangiften te maken. Voor de volledigheid wijzen wij er op dat alle correcties zo snel mogelijk gemaakt dienen te worden.


Privégebruik

Een btw-ondernemer kan de btw op kosten in aftrek brengen wanneer hij goederen en diensten aanschaft en deze gebruikt voor btw-belaste prestaties. Aan het eind van elk jaar moet hij de btw-correctie voor het privégebruik berekenen en in de laatste btw-aangifte van dat jaar verwerken. Daarnaast mag een ondernemer gedurende het boekjaar alle btw op kosten voor de auto van de zaak in aftrek brengen. Aan het einde van het boekjaar geeft hij de btw aan ter zake van het privégebruik van hemzelf en/of de werknemers.

Raadpleeg onze alert met gedetaileerde informatie over de btw-correctie voor verstrekkingen aan personeel en relaties.


Pro rata algemene kosten

De btw op algemene kosten kan in aftrek worden gebracht op basis van de zogenaamde pro rata percentage. Dit is de verhouding tussen de belaste vergoedingen (en andere vergoeding met recht op aftrek) die de ondernemer ontvangt ten opzichte van de totale vergoedingen. Aan het einde van elk jaar dient te worden vastgesteld wat de (definitieve) pro rata percentage voor dat kalenderjaar is. Indien blijkt de gedurende het jaar gebruikte pro rata percentage niet correct is, dient bij de laatste aangifte van 2023 een correctie te worden gemaakt in rubriek 5b. Ook dient dit pro rata te worden gehanteerd voor het bepalen van eventuele herziening (zie hierna).


Herziening

De mate van aftrek van btw wordt bepaald op het moment dat de ondernemer goederen of diensten aanschaft. Hierbij dient in het bijzonder rekening te worden gehouden met van btw vrijstelde prestaties.

Indien het gebruik anders is dan voorgenomen op het moment van aanschaf, dient onder voorwaarden een herziening van de afgetrokken btw plaats te vinden. Voor onroerende zaken is de volgperiode negen jaar na het boekjaar van ingebruikname en voor roerende zaken vier jaar. Als het gebruik in het afgelopen boekjaar tot een andere btw-aftrek dan de aftrek in het boekjaar van ingebruikname leidt (méér btw-vrijgesteld of méér btw-belast), dient er te worden gecorrigeerd (herziening) in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.


90%-verklaring en 70%-verklaring bij levering en verhuur van onroerende zaken

De verkoop en verhuur van onroerende zaken is in beginsel vrijgesteld van btw. In beide gevallen is het echter mogelijk om te opteren voor btw-heffing indien de koper respectievelijk huurder de onroerende zaak voor ten minste 90% (of in sommige gevallen 70%) gebruikt voor belaste prestaties.

Een koper van een onroerende zaak dient te verklaren dat hij in het boekjaar van levering en het daaropvolgende boekjaar heeft voldaan aan deze 90%-norm. Dit dient te gebeuren binnen vier weken na afloop van deze periode. Voor onroerende zaken waarbij in 2022 is geopteerd voor een belaste levering, dient de koper uiterlijk 26 januari 2024 deze 90%-verklaring af te geven.

In geval van belaste verhuur dient de huurder aan het eind van elk boekjaar na te gaan of hij dat boekjaar aan de 90%-norm heeft voldaan. Indien hij hieraan niet heeft voldaan, dient hij dit binnen vier weken na afloop van het boekjaar te melden bij de verhuurder en de inspecteur van de huurder.


Terugvragen buitenlandse btw

Indien een Nederlandse ondernemer recht heeft op aftrek van btw in 2023 facturen heeft ontvangen met btw uit andere EU-landen, dan kan deze btw worden teruggevraagd via het elektrische portaal van de Nederlandse Belastingdienst. Dit verzoek moet uiterlijk 30 september 2024 worden ingediend. Een ondernemer kan al vanaf 1 januari 2024 om teruggaaf vragen. Zie de website van de Belastingdienst voor meer uitleg.

Voor de landen buiten de EU wisselen de regels per land. Let in het bijzonder op de deadline voor het Verenigd Koninkrijk. Een teruggaafverzoek voor btw dat is betaald in de periode 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023 dient uiterlijk op 31 december 2023 te worden ingediend bij de belastingautoriteiten (HMRC). Zie de volgende website van de HMRC voor meer uitleg.


Globalisatieregeling

Ondernemers die voor de margeregeling hun winstmarge op basis van de globalisatieregeling bepalen, moeten na afloop van 2023 de jaarwinstmarges bepalen. Als blijkt dat minder btw verschuldigd zou zijn op basis van de jaarwinstmarges dan gedurende de tijdvakken in het kalenderjaar aan btw is betaald, dan kan een schriftelijk verzoek worden ingediend voor een teruggaaf van btw. Het verzoek om teruggaaf moet worden gedaan bij de eerste btw aangifte in 2024. Zie de website van de Belastingdienst voor meer uitleg over de voorwaarden.

Wijzigingen btw met ingang van 2024

Wijziging vaste inrichting en fiscale eenheid btw

 

Op basis van de Nederlandse uitleg van de fiscale eenheid kon een juridische entiteit inclusief buitenlandse vaste inrichting onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid. Deze uitleg bleek niet conform het Unierecht. De staatssecretaris van Financiën heeft in het geactualiseerde besluit vaste inrichting aangegeven dat vanaf 1 januari 2024 het niet meer mogelijk is dat het buitenlandse hoofdhuis van een in Nederland gevestigde vaste inrichting voor de btw deel uitmaakt van de fiscale eenheid btw. Dit geldt andersom ook voor de in het buitenland gevestigde vaste inrichting voor de btw van een in Nederland gevestigd hoofdhuis. Als gevolg van deze wijziging zal een transactie tussen een Nederlandse fiscale eenheid en een buitenlandse vaste inrichting of buitenlands hoofdhuis onderworpen zijn aan de heffing van btw. De staatssecretaris baseert zich daarbij op de jurisprudentie van het HvJ waaruit volgt dat een fiscale eenheid btw in een lidstaat territoriaal is begrensd. Deze wijziging zal met name extra kosten met zich brengen voor ondernemers met een buitenlandse vaste inrichting of hoofdhuis die de btw op prestaties binnen de huidige fiscale eenheid niet (volledig) kunnen aftrekken. Ondernemers zullen moeten nagaan of nieuwe aangifte- en complianceverplichtingen ontstaan in Nederland en daar ook hun facturatiesystemen op moeten aanpassen voor 1 januari 2024.


CESOP

Vanaf 1 januari 2024 treedt de CESOP-regelgeving in werking. Vanaf 2024 zullen alle betalingsdienstaanbieders in de EU verplicht zijn transactiegegevens van grensoverschrijdende betalingen vast te leggen en te rapporteren. Dit omvat banken, instellingen voor elektronisch geld en andere gereguleerde betalingsorganisaties. Door gegevens over grensoverschrijdende betalingen te verzamelen, verwacht de EU btw te innen die voorheen onbetaald bleef. Zie onze CESOP website voor meer informatie.


DAC7

Per 1 januari 2023 treedt de DAC7 regelgeving in werking. Digitale platformen dienen gedurende 2023 gegevens over verkopers te verzamelen, registreren en in 2024 te rapporteren aan de Belastingdienst. Voor meer informatie zie onze DAC7 website.


ViDA

De vorig jaar aangekondigde wijzigingen als onderdeel van het ViDA pakket, zullen in tegenstelling tot het eerdere plan nog niet per 1 januari 2024 van kracht zijn. Voor meer informatie zie onze ViDA website.


Overige wijzigingen

Vanaf het jaar 2024 wordt bij het bepalen van de drempel van het BUA geen rekening meer gehouden met eigen bijdragen van het personeel.

Er bestaat in beginsel geen recht op aftrek van btw op horecakosten. Als er geen sprake is van eindverbruik, maar de kosten worden doorbelast, is het recht op aftrek thans goedgekeurd. Deze goedkeuring wordt omgezet in een wettelijke bepaling.

De toepassing van het verlaagde tarief wordt beperkt voor het opfokken van dieren en het opkweken van planten als ook de levering van producten zoals diervoer en zaden. Zie onze alert waarin deze maatregelen werden aangekondigd.


Slot

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben, neem dan contact op met uw vaste btw-adviseur.

Did you find this useful?